Nadat de overheid, ondanks alle signalen, inzette op burgerparticipatie en de verzorgingshuizenoude-stijl om zeep hielp, werd van de senioren verwacht dat ze langer thuis zouden gaan wonen, mede door de vereiste indicering om in aanmerking te komen voor een gescheiden woon-zorg appartement. Het netwerk van de senior, dat door de hoge leeftijd van de senior langzaam uitsterft, moest ingezet worden om de senior waar nodig te helpen. Deze mantelzorgers, die naast een gezin, een baan en vrijwilligerswerk ook nog hulp moeten bieden aan senioren in de familie of in de buurt, raakten vaak overbelast.
De laatste stap naar een verpleeghuis is voor zowel de senior als zijn of haar naaste omgeving een moeilijke om te zetten. Vaak proberen zij uit alle macht om de senior in een gescheiden woon-zorg appartement te krijgen, hoewel de senior overduidelijk rijp is voor het verpleeghuis. Met als gevolg dat de werkdruk in deze intramurale huizen hoger wordt door de zwaardere zorg die nodig is.
In hun verwardheid gaan deze senioren dwalen. Ze wonen namelijk in open huizen, waar iedereen mag gaan of staan waar hij wil. Sommige senioren blijken kilometers weg te lopen, zonder dat iemand dit merkt. Er is nu eenmaal geen continu controle in deze huizen. Met als gevolg dat de politie wordt ingeschakeld om de verwarde persoon terug te brengen. Maar waar komt hij/zij vandaan?
Deze senioren zijn dus meer op hun plaats in het verpleeghuis. Zij komen op een wachtlijst te staan, met alle financiële gevolgen vandien, want de reguliere kosten thuis gaan door. Zodra je op een wachtlijst komt voor een verpleeghuis, val je onder een andere wet en moet je gaan meebetalen aan de zorg. En als je eenmaal binnen bent, dan is er wederom de werkdruk van het zorgpersoneel. Er komen tegenwoordig geen bewoners bij met slechts één probleem. Vaak ziet men een combinatie van lichamelijke aandoeningen en psychische (gedrags)problemen. Wederom het gevolg van bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg, want bijtijds hulp bieden blijft uit. Het werk wordt dus nadien steeds zwaarder.
Kortom, alle respect voor het verzorgend en verplegend personeel, dat zijn uiterste best doet om er nog wat van te maken.
Gerard van Daalen