Sinds de pensioenleeftijd stijgt, komt de discussie over de oudere werknemer met enige regelmaat voorbij. Want hoe blijf je aan het werk en – misschien nog wel belangrijker – hoe blijven we tevreden?
Als in 2022 de pensioenleeftijd voor het laatst wordt verhoogd, gaan we met pensioen als we 67 jaar en drie maanden oud zijn. Maar daarmee is de verhoging van de AOW-leeftijd niet ten einde, want na 2022 wordt de pensioenleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Dat het voor werkgevers belangrijk is om hun oudere werknemers gelukkig en tevreden te houden, staat als een paal boven water. Maar ook de werknemer zelf speelt een belangrijke rol.
‘Traag en duur’
De zestigplusser anno nu is een heel ander mens dan de zestigplusser van pakweg twintig jaar geleden. We zijn fitter en vitaler en we zijn prima op de hoogte van wat er in de wereld te koop is. Toch blijkt uit onderzoek dat veel werkgevers oudere werknemers heel anders zien. Traag, kwetsbaar, duur, vaak ziek, minder productief. Als oudere werknemers vooral als traag, duur en weinig productief worden gezien, gaan de werkgevers zware jaren tegemoet. Het aantal ouderen op de werkvloer neemt namelijk snel toe. In 2003 werkte 22 procent van de zestigplussers, in 2015 was dat al 51 procent en dat percentage stijgt nog steeds.
Werkgevers investeren wel
Begin 2018 bracht het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) naar buiten dat de werkgevers in de afgelopen jaren negatiever zijn geworden over oudere werknemers. Tegelijkertijd maakte het NIDI-onderzoek wel duidelijk dat werkgevers de laatste jaren een actiever ouderenbeleid hanteren. Werkgevers investeren fors in scholing en omscholing voor hun oudere werknemers: in 2017 maakte 40 procent van de werkgevers hier gebruik van – in 2009 was dat minder dan 10 procent. Ook demotie (terug in functieniveau en salaris) komt vaker voor, maar nog altijd zijn er maar weinig werkgevers die dit aanbieden. Verder zijn er veel werkgevers die met behulp van ergonomische maatregelen een prettiger en veiliger werkomgeving creëren. Daarnaast zijn flexibele werktijden, extra vrije dagen en vrijstelling van ploegendiensten populaire maatregelen.
Práát erover
Om het werk leuk te houden, is vaak meer nodig dan af en toe een extra dagje vrij. Het begint bij het gesprek: hoe ziet de oudere werknemer zijn baan, hoe ziet de werkgever zijn oudere werknemer? Welke verwachtingen leven er en welke mogelijkheden zijn er om die verwachtingen waar te maken? Ook belangrijk: voorkom misverstanden en onduidelijkheden, zowel tussen werkgever en oudere werknemers als tussen de oudere werknemers en het jongere personeel. Als de ‘jonkies’ het gevoel krijgen dat de ‘oudjes’ te veel privileges hebben, kan dat leiden tot scheve verhoudingen op de werkvloer.
Oudere zorgt voor stabiliteit
Oudere werknemers zorgen vaak voor stabiliteit op de werkvloer. Ze hebben alles al een keer meegemaakt en laten zich niet meer zo snel gek maken.
Oudere heeft kennis en ervaring
Juist de oudere werknemers hebben veel kennis en ervaring in hun hoofd opgeslagen en het is absoluut de moeite waard die kennis te bewaren en over te dragen. Steeds meer bedrijven koppelen daarom een oudere werknemer aan een jonge collega – de mentorconstructie. Hiermee ontstaat een win-winsituatie: de oudere werknemer heeft niet het gevoel dat hij nog voor aanvang van zijn pensioen overbodig is, de jongere werknemer leert dingen die hij anders door schade en schande zelf had moeten ervaren.
Oudere heeft een groot netwerk
Niet alleen de kennis en ervaring van de oudere werknemer is waardevol, dat geldt meestal ook voor het netwerk dat hij heeft opgebouwd. Als werkgever is het zaak ervoor te zorgen dat dat netwerk niet (deels) verloren gaat. De overdracht van het netwerk kan ook onderdeel zijn van een mentorconstructie.
Oudere werknemer: neem het heft in eigen hand!
Bent u die oudere werknemer die nog een paar jaar voor de boeg heeft? Wacht dan niet af tot de werkgever of leidinggevende het gesprek hierover aangaat, maar neem zelf het initiatief. Vraag bijvoorbeeld om u heen hoe anderen het doen, denk na over de plussen en minnen van een mogelijke demotie, ga na wat voor u belangrijk is en weet wat uw behoeftes zijn. Wees hier tijdens de gesprekken ook duidelijk over.
Waarin zit uw waarde voor uw werkgever? Heeft u veel bijzondere kennis of ervaring, beschikt u over een groot netwerk, bent u een verbindende factor op de werkvloer? Het zijn vaak juist de zaken die voor uzelf heel vanzelfsprekend zijn, maar die voor uw werkgever bijzonder waardevol zijn. Als u dit voor uw werkgever én uzelf inzichtelijk maakt, staat u steviger in het gesprek. (bron: PlusOnline)