Vooraf dacht ik met afgrijzen aan het moment, dat het verpleeghuis op slot zou gaan. Het verpleeghuis, waar mijn 92-jarige vader tegenwoordig woont. Zoals een oudere heer op televisie jammerde over hetzelfde probleem met zijn vrouw, die aan Alzheimer lijdt: “Wat nu, als ik niet meer mag komen voor een aantal weken en zij mij niet meer herkent?”.
Maar de laatste keren, dat ik ’s ochtends bij mijn vader langsging, voelde ik me bezwaard. Ik had geen verschijnselen als keelpijn, hoofdpijn, kortademigheid of koorts, maar wat als ik nu iemand besmet, terwijl ik dit niet weet? Gelukkig zaten de andere bewoners ver bij me weg, maar ik zat naast mijn vader en moest me steeds inhouden hem aan te raken.
Ik waste mijn handen, voordat ik naar het verpleeghuis vertrok en als ik thuis terug keerde. Ik gebruikte desinfecteringsmiddel bij binnenkomst van het verpleeghuis en hield me aan alle regels, die het huis aan ons doorgaf. Maar . . . die laatste woensdag voelde ik toch een beetje angst. Wat als ik iemand besmet, ondanks dat ik me aan alle regels houd?
Een dag later kwam de mededeling, dat het verpleeghuis dicht ging voor bezoekers. Een vriendin, die in een verzorgingshuis werkt, vertelde dat ze die dag erg zwaar vond. Aan de deur werden familieleden, die de gok namen om hun naasten te bezoeken, door haar weggestuurd. Ik kan me voorstellen, dat er allerlei schrijnende verhalen werden verteld tegen haar in de hoop toch naar binnen te mogen. En dat lijkt me inderdaad erg zwaar. Voor beide partijen.
Het bericht schokte me in eerste instantie, maar dat ebde snel weg. Ik kon niemand meer besmetten en mijn vader was veilig. Twee dagen later mocht ik met hulp van de verpleging video-whatsappen met mijn vader. En niet veel later konden we skypen met het team Poelkade. Het is best wennen je vader en jezelf te zien vanuit een bepaalde hoek, die we niet gewend zijn te zien. Maar digitaal contact is een fantastische, tijdelijke oplossing.
Vergeet de senior in je omgeving niet! Houdt contact. Digitaal of op enige afstand. Let een beetje op elkaar. . . !
Gerard van Daalen