Mensen met hart- en vaatziekten vertonen een versnelde achteruitgang van het denkvermogen naarmate ze ouder worden. Met name vaatvernauwingen leveren een groter risico. Dat blijkt uit twee onderzoeken uitgevoerd door het Maastricht UMC+.
Er werd onderzoek gedaan onder bijna tweeduizend mensen, waarbij twaalf jaar lang naar de relatie tussen hart- en vaatziekten en de hersengezondheid werd gekeken.
Door de jaren heen werd bij de deelnemers gekeken naar de ontwikkeling van verschillende hersenfuncties zoals geheugen, aandacht en de snelheid van informatieverwerking. Voor het specifieke onderzoek naar de relatie met hart- en vaatziekten zijn 1.823 mensen geselecteerd die een goede hersengezondheid hadden aan de start van het onderzoek.
Bij iets meer dan tien procent van de deelnemers was vanaf het begin wel al sprake van hart- en vaatproblematiek, zoals bijvoorbeeld een eerder hartinfarct, vaatvernauwingen of hartfalen. Zes en twaalf jaar later werd de hersengezondheid nog eens vastgesteld en met elkaar vergeleken.
Slechtere score
Mensen met hart- en vaatziekten bleken, in vergelijking met de groep zonder klachten, na twaalf jaar aanzienlijk minder goed te scoren op bijvoorbeeld geheugentesten en de verwerkingssnelheid van informatie.
“Vanuit preventief oogpunt is het dus van belang om tijdig en zorgvuldig in te grijpen vanaf het moment dat de eerste hart- en vaatklachten zich aandienen. Aanpassing van leefstijl is daar bijvoorbeeld een belangrijke factor bij. Dat is dus niet alleen goed voor hart en vaten, maar ook voor het brein.”
De bevindingen van de Maastrichtse wetenschappers zijn recent gepubliceerd in de wetenschappelijke tijdschriften European Heart Journal en PLOS ONE.
Bron(nen): Maastricht UMC+