Aan de verkoop van persoonsgegevens worden miljarden verdiend. Slimmeriken harken via internet brokjes data bij elkaar over onze identiteit en verkopen die door aan adverteerders. Hoe kun je dit voorkomen?
4 snelle tips om de rolluiken te laten zakken tegen datagluurders
- Neem een VPN om heerlijk anoniem te kunnen surfen. Een VPN kost maar een paar euro per maand.
- Geen VPN? Zet dan je ‘privé modus’ aan: die blokkeert pogingen van webpagina’s om surfgedrag te volgen en te onthouden. Bij Microsoft en Firefox zet je de privé-stand aan via de toestencombinatie Ctrl+Shift+P; in Chrome en Opera met Ctrl+Shift+N. Bij Safari via Cmd+Shift+N. Verder kun je in alle browsers tijdens het afsluiten je surfgeschiedenis wissen.
- Kies ook je browser met zorg: Google, Facebook en Microsoft kunnen hun gluurwerk alleen verrichten als je met je browser het internet afstruint. De webbrowser Edge van Microsoft zit vol met spionagesoftware. Chrome van Google, Mozilla Firefox en diens zusje Opera zijn ook niet vies van gluren, maar laten zich redelijk dichttimmeren tegen pottenkijkers. De niet-commerciële browser Brave biedt momenteel de meeste mogelijkheden tot afscherming.
- Wijzig altijd om de zoveel tijd je wachtwoorden, en gebruik niet één wachtwoord voor al je accounts. Hoe je een sterk wachtwoord maakt, lees je hier.
- Update en beveilig altijd je modem of router! Hier lees je hoe.
Je profiel
Eén tiende cent, dat is de prijs die adverteerders bereid zijn te betalen voor een postcode. Op het eerste gezicht valt de marktwaarde op internet bar tegen. Voor gecombineerde informatie over leeftijd, postcode en geslacht tellen datahandelaren namelijk niet veel meer neer: hooguit vijf tiende van een cent. Bedenk bij die bedragen wel: ze kunnen niet één keer, maar eindeloos worden doorverkocht.
Stukjes van een identiteit zijn voor een habbekrats te koop. Zelfs een compleet pakketje met tientallen gegevens brengt op internet amper één euro op. Inkomen, beroep, aantal kinderen, hobby’s; al die kennis zit verpakt in zo’n pakketje, ook wel je profiel genoemd. Al die tienden van centen lijken kruimelwerk, maar op wereldschaal zorgen zij voor een bloeiende advertentie-industrie. Facebook verdient grofweg 6 euro wanneer dit bedrijf profiel doorverkoopt aan zijn adverteerders. Google weet meer en houdt zelfs 18 euro over aan de handel in gegevens, meldt het Britse vakblad Wired.
Hoe vertrouwelijker hoe duurder
Hoe preciezer en dus ook vertrouwelijker de informatie is, hoe dieper adverteerders bereid zijn in de buidel te tasten. Op zoek naar een auto? Dan wordt een profiel een stuk populairder en stijgt de marktwaarde met nog eens twee tiende cent. Die prijs verdubbelt tot bijna een halve cent zodra iemand op internet speurt naar vakanties of hypotheken, achterhaalde de Britse Financial Times.
Mensen die ziek zijn worden ook een gretig doelwit. Denk aan mensen die lijden aan depressie, diabetes of kanker. Voor hun gegevens telt de farmaceutische industrie een kwartje per persoon neer.
Zelf eraan verdienen?
Je kunt ook zelf aan je persoonsgegevens verdienen. Sommige webwinkels bieden 10 procent korting aan klanten, in ruil voor hun e-mail en mobiele nummer of een ‘registratie’. De Nederlandse dataverzamelaar Dataisme.com vergoedt een paar euro tot een tientje per maand aan mensen die privégegevens afstaan voor marketingdoelen. Bij het Amerikaanse bedrijf Datacoup.com levert een compleet uitgavenpatroon één dollar per week op.
Valt tegen?
Ja, deze bijverdiensten zijn heel wat lager dan de bedragen waarvan sommige consumenten dromen. De firma Western Digital peilde onlangs wat mensen denken waard te zijn voor adverteerders. Gemiddeld hing de consument een prijskaartje van 4500 euro aan zichzelf. De werkelijkheid is anders: die gaat meer richting één euro.
Hoe weten ze zoveel?
Dataverzamelaars krijgen die informatie over ons vaak kosteloos. Wij bezoeken maar al te graag websites die ‘gratis’ zijn, maar die vervolgens allerlei persoonlijke dingen aan ons vragen, in ruil voor een prijs of een korting. Zo laat je zelf een dataspoor achter.
Cookies
Maar zelfs als je vragenlijsten en prijsvragen mijdt, verzamelen websites ongemerkt informatie. Zij plaatsen (onzichtbare) cookies op je pc: databestandjes waarmee een website voormalige bezoekers bij een volgend bezoek direct herkent. Bij elk bezoek harken de dataverzamelaars de oude voorkeuren weer bij elkaar. Zij zien welke kleding je online bekijkt, wat voor hypotheek je zoekt en van welke bestemmingen je meer wilt weten. Een aankoop met een creditcard verrijkt dit profiel.
Naam is niet eens nodig
De datajagers hebben een naam vaak niet eens nodig. Dat is niets nieuws. Misschien is er weleens een brief van een lokale autodealer op de mat gevallen, met een inruil-bod voor je oude wagen. Je naam stond niet op de envelop, maar het kenteken wel. Gek? Nee hoor, de combinatie kenteken plus postcode is gewoon te koop. Dus dan weet de autohandelaar genoeg: in welke auto je rijdt, hoe oud die auto is en wat je adres is.
Online
Online gaat dat nog verder. Informatie over het internetadres van je pc en het unieke serienummer van de mobiele telefoon is ook gewoon te koop. Zo ben je te bereiken met reclame zonder dat de adverteerders je naam weten. Ze weten alleen een uniek nummer van je telefoon en pc. Officieel, want ze weten nog heel veel andere dingen. En daarin schuilt een risico. Het lukte onderzoekers van Harvard University in de Verenigde Staten bijvoorbeeld met slimme software 87 procent van de internetbezoekers feilloos te identificeren, enkel aan de hand van hun postcode, leeftijd en geslacht. In Engeland wist het nationale ziekenfonds op die manier al verzekerden met hartkwalen vroegtijdig te herkennen. Het idee hun premies te verhogen is inmiddels van de baan, na rumoer in de Britse pers.
Weinig is geheim
Op internet wemelt het dus van dataverzamelaars die profielen aanleggen van alle huishoudens in ons land. Weinig blijft geheim: postcode, leeftijd, geslacht, uitgaansgedrag. Soms bevat zo’n profiel wel 70 kenmerken: kinderen ja of nee, hypotheek, baan, opleiding, beroep, hobby’s. Aan adverteerders worden dan lijsten geleverd met bijvoorbeeld ‘welgestelde ouderen zonder kinderen’, of ‘autobezitters met caravan’, die zo gericht worden benaderd.
Wie verzamelen onze gegevens?
Wie zijn die dataverzamelaars? Heus niet alleen obscure bedrijfjes: de giganten zijn onder meer Google en Facebook. Zij bewaren bijvoorbeeld onze zoekgeschiedenis. Wie zoekt naar zorgpolissen, hoeft niet verbaasd te zijn dat Google ons daarna advertenties voor verzekeraars bij de zoekresultaten voorschotelt. Zoekresultaten op maat komen ook steeds meer voor. Zo kunnen twee personen met dezelfde zoekterm andere resultaten krijgen, afhankelijk van voorkeuren en surfgedrag.
Uitwisselen van data
Daarnaast zijn er nog veel meer datajagers die gegevens bij elkaar hengelen. Sommige apps op je smartphone slurpen bijvoorbeeld de contactgegevens van al je vrienden uit de adreslijst van je smartphone en verkopen die informatie door. In de kleine lettertjes van de gebruiksvoorwaarden staat gewoon dat je hiervoor toestemming hebt gegeven. Sommige gratis spelletjes zijn ook dol op data. Dan kun je alleen verder als je vrienden op Facebook om hulp vraagt en weet een spelmaker meteen wie je vrienden zijn. En er is nog veel meer: sommige nieuwssites vissen naar onze voorkeuren, WhatsApp legt een profiel vast en Ziggo onthoudt welke tv-programma’s wij bekijken via zijn onlinedienst.
Phishing
Een e-mail met slecht of slordig taalgebruik is verdacht. Echte bedrijven en banken sturen over het algemeen correct geformuleerde mails. Cybercriminelen maken gebruik van vertaalmachines. Online vertaalmachines zorgen voor zinnen die niet goed lopen, onjuiste vertalingen, hoofdletters op gekke plaatsen of combinaties van Nederlands en Engels.
Heeft u een vreemde mail ontvangen? Delete hem, en meld het bij Fraudehelpdesk.
Bron(nen):