Ik had de eer aanwezig te zijn bij de eerste bijeenkomsten over het Knarrenhof en over Groepswonen in Westland. Voor mijn gevoel zijn de bezoekers in drie groepen te splitsen. De eerste groep bezoekt deze bijeenkomsten in de hoop om op die manier de woningnood te ontlopen. Aangezien op beide bijeenkomsten vooral naar initiatiefnemers werd gezocht, heb je aan die groep niet veel.
De tweede groep heeft op dit moment vermogen van waarde, of dat nu in steen is of in andere zaken. Voor hen is het redelijk eenvoudig om initiatieven te ontplooien: projectontwikkelaars zullen zeer geïnteresseerd zijn om een graantje mee te pikken. De enige vraag is bij wie het initiatief zou moeten liggen: bij deze groep of bij de gemeente?
Wat betreft de derde groep: dit zijn geïnteresseerden met een klein vermogen en een goedkoop huurhuis, of een koophuis met de waarde van 250 à 300 duizend euro. Deze groep twijfelt altijd of het nu de juiste tijd is om in te stappen. Dat is niet zo gek: met een klein vermogen komt deze groep niet in aanmerking voor een sociale huurwoning. Als zij dit vermogen geleidelijk willen gebruiken als aanvulling op hun kleine pensioen, dan krijgen zij te maken met een dure huur en de belasting op sparen en beleggen in box 3. De overheid verwacht een behoorlijk rendement en rekent daarvoor belasting, terwijl u op uw leeftijd juist risico’s wilt mijden.
En wat krijgen ze voor dat kleine vermogen? Een klein maar levensloopbestendig appartement, even groot als de appartementen voor sociale huur, maar veel duurder. Juist deze groep krijgt te maken met een huursprong: zij gaan een veel hogere huur betalen voor veel minder vierkante meters. Logisch dus dat deze mensen twijfelen . . . wanneer het juiste moment is.
Ik heb ooit een bericht op Facebook geplaatst, waarin ik aangaf wat de gevolgen voor mij zouden zijn. Een collega adviseerde me om lekker te blijven zitten, waar ik nu zit. Als alle mensen dit advies zouden volgen, komen a. initiatieven niet van de grond en komen b. deze relatief goedkope woningen, ideaal voor starters, niet op de markt. Met als gevolg alleen maar verliezers.
Gerard van Daalen