Beschermd wonen

In Nederland krijgen we te maken met een forse achterstand in de bouw van
appartementen voor 65-plussers, met name als het gaat om beschermd wonen met diensten in combinatie met lichte zorg.

Tot 2015 waren de verzorgingshuizen een collectieve voorziening, bekostigd door de AWBZ. Nu alleen de zware verpleeghuiszorg onder de Wet Langdurige Zorg valt, moeten ouderen langer zelfstandig thuis blijven wonen, met alle problemen van dien.

De behoefte aan beschermd wonen met diensten en zorg zal de komende jaren enorm toenemen. Om goede huisvesting voor ouderen met relevante diensten en zorg op afroep te realiseren, zal er regionaal moeten worden samengewerkt.

Ouderenzorg-instellingen, gemeenten, woningbouwcorporaties, bouwers, beleggers, pensioenverzekeraars, dienstverleners, zorgverzekeraars en banken en zullen de handen ineen moeten slaan om de achterstand in “Senior Housing”, die in Nederland aan het ontstaan is, op tijd in te lopen.

Het “verzorgingshuis nieuwe stijl” gaat er komen!

Terug naar het oude verzorgingshuis ?
In augustus dit jaar deed Jan Bouma (93), oud directeur van een verzorgingshuis, in de NRC een oproep om het verzorgingshuis nieuw leven in te blazen. Zijn pleidooi was: “Wat mij betreft is het wenselijk dat er meer in plaats van minder verzorgingshuizen komen. Daarmee zouden de moeilijkheden in de keten van zorg voor ouderen als sneeuw voor de zon verdwijnen, de capaciteit van de spoedeisende hulp zich wonderbaarlijk vermenigvuldigen en de sterfte onder bejaarden als gevolg van vallen drastisch afnemen”.

Verzorgingshuiscapaciteit is afgebouwd

Motto van het vorige kabinet Rutte-Asscher was: “langer zelfstandig thuis”.
Technologie, domotica en wijkverpleging zouden een goed alternatief zijn voor het verzorgingshuis. De transitie van de ouderenzorg is nu goeddeels achter de rug.
Het aantal lage ZZP’s die al lang niet meer geïndiceerd worden zijn
gedecimeerd, anders gezegd, de intramurale verzorgingshuisplaatsen zijn inmiddels fors afgebouwd. In een aantal voormalige verzorgingshuizen wordt nu door de ouderen gehuurd en krijgt men wijkverpleging. Veel van deze oudere
verzorgingshuizen en aanleunwoningen voldoen echter niet meer aan de eisen van vandaag. Terwijl er wel een behoefte aan het ontstaan is aan beschermd wonen, waarbij de bewoners “ontzorgd” willen worden.

Gevolgen voor wijkverpleging het grootst

Juist in de extramurale ouderenzorg is veel aan de hand. Er zijn moeilijkheden in
de keten van zorg voor ouderen. Mantelzorgers hebben het zwaar. Hun partner
behoeft steeds zwaardere zorg, waar ze vaak alleen voor staan. De ziekenhuizen
liggen vol met ouderen, die gevallen zijn of een beroerte hebben gehad en daarna
geriatrische revalidatiezorg nodig hebben. Terug naar huis is vaak geen optie,
waardoor opname in een verpleeghuis, tijdelijk of langdurig, het gevolg is.

Veel aandacht voor de verpleeghuizen

Door de transitie in de ouderenzorg is er veel aandacht gekomen voor het
verpleeghuis. De zorg die daar nodig is, is veel zwaarder geworden. De gemiddelde verblijfsduur in een verpleeghuis is nog maar 8 maanden. De eisen die worden gesteld aan het (schaarse) verplegende personeel zijn toegenomen. Naast de politiek en de media heeft ook de Inspectie voor de Volksgezondheid het vergrootglas op de verpleeghuis gezet. Gevolg is dat er extra gelden worden
vrijgemaakt voor de verpleeghuiszorg, € 435 mln. in 2018 tot wel € 2,1 mld.
extra in 2021 en de jaren daarna. Hierdoor moet de kwaliteit van de
verpleeghuizen aanzienlijk kunnen verbeteren.

Waarom zo weinig aandacht voor de wijkverpleging?

Even terug naar de wijkverpleging. De lichtere ouderenzorg wordt sinds de
transitie niet meer uitgevoerd binnen de muren van de zorginstellingen. De
Thuiszorg (verpleging en verzorging) valt sinds 2015 onder de
zorgverzekeringswet. In het Budgettair Kader Zorg staat voor de wijkverpleging
een budget voor 2018 geraamd van € 3,7 mld. In de meerjarenraming van VWS wordt niet gerekend met enige groei van de wijkverpleging!? Gezien de demografische ontwikkelingen, zal er in de nabije toekomst een veel groter beroep gedaan gaan worden op de wijkverpleging. Met een plafond van € 3,7 mld. kunnen deze mensen echt niet allemaal geholpen worden. De ellende achter de voordeur zal alleen maar groter worden. Waarom kijkt de media en de politiek alleen maar naar de verpleeghuizen? Waarom is er zo weinig aandacht voor de wijkverpleging en de problemen en behoeften van ouderen die nog thuis wonen?

Toch maar weer verzorgingshuizen of bejaardenoorden?

Jan Bouma deed in NRC een oproep om de verzorgingshuizen nieuw leven in te
blazen. Met zijn verhaal legde hij de vinger op de zere plek. We hebben met
elkaar een opdracht. Terug naar vroeger is denk ik niet de oplossing. Wel zouden
we veel maatschappelijk leed kunnen voorkomen, door ouderen veilig te laten wonen in de nabijheid van zorgcentra waar vanuit zorg geleverd kan worden. Geclusterd wonen met gemeenschappelijke faciliteiten, zoals restaurants, winkels en ruimtes voor gezamenlijke activiteiten. In België noemen ze dit
“assistentiewoningen”, appartementen -in de nabijheid van een verpleeghuis
met zwaardere zorg- waar een pakket diensten en lichte zorg kan worden afgenomen.
De moeilijkheid is, om dit betaalbaar voor iedereen te kunnen aanbieden. Er zijn
voldoende initiatieven voor de ouderen met een redelijk inkomen of vermogen. De kunst is om een pakket wonen, diensten en zorg te kunnen aanbieden, dat
bereikbaar is voor mensen met alleen AOW en een zeer klein pensioen. Er zijn al
initiatieven in Nederland gericht op dementerende ouderen, waar mensen met een Persoonsgebonden Budget geplaatst kunnen worden. Helaas zijn er onvoldoende initiatieven waarbij ouderen geclusterd kunnen wonen met de keuze uit allerlei diensten, waarbij wijkverpleging wordt geleverd.

Wie gaat aan de slag met het verzorgingshuis 2.0?

Veel ouderenzorg-instellingen zijn nu bezig met hun strategische vastgoedplannen.
Zij kunnen dat niet alleen. Er ligt ook een taak voor woningbouwcorporaties als
het gaat om de sociale huisvesting van ouderen. Ook projectontwikkelaars en
beleggers kunnen een grotere rol spelen in de ontwikkeling van geclusterd
vastgoed voor ouderen. Door samenwerking in de regio, ook met gemeenten die een visie hebben op wonen en zorg, kan het verzorgingshuis van de toekomst verder ontwikkeld worden. Voor de financiering zal er een beroep gedaan worden op banken, maar ook op (vastgoedfondsen van) pensioenverzekeraars. De politiek en de zorgverzekeraars zouden het concept wijkverpleging opnieuw tegen het licht moeten houden.

België

Wat kunnen we leren van de Belgische “assistentiewoningen”? Het succes zit in
een aantal zaken: betaalbaarheid, nabijheid van een zorgcentrum met volledige
zorg en vooral locatie. De assistentiewoningen in de stad en in de wijk, doen het
beter dat in de periferie van de stad. De voordelen voor de ouderenzorg-instellingen zijn evident. Het personeel kan zowel ingezet worden in
het verpleeghuis als in de assistentiewoningen. Ook kan gebruik gemaakt worden van dezelfde faciliteiten (restaurants, winkels, gezamenlijke ruimtes voor activiteiten). Voordelen voor de bewoners van de appartementen is, dat ze
voorrang krijgen om opgenomen te worden in het verpleeghuis, mocht dat nodig
zijn.

Verzorgingshuis van de toekomst

Hoe deze vorm van ouderenzorg dan heet is minder relevant. Aanleunwoning?
Bejaardencomplex? Assistentiewoning? Serviceflat? Wat mij betreft krijgt het
juist geen specifieke naam. Het zijn appartementen voor mensen, die bepaalde
zaken willen uitbesteden en hiervoor diensten afnemen en de zekerheid willen
hebben dat ze alle zorg kunnen krijgen als dat nodig is. Zeker voor de oudere
alleenstaanden geldt dat veiligheid en een nabij sociaal netwerk belangrijke
waarden zijn. Laten we de komende generatie ouderen omarmen door hen waardig te bejegenen met zorg en aandacht, door deze opdracht met elkaar op te pakken.

(bron: ING)