Slaperigheid, gebrek aan concentratie, depressie: de gevolgen van slaapapneu liegen er niet om. Een half miljoen Nederlanders hebben er last van. Slaapexpert Martijn Kos beantwoordt vragen over de aandoening.
1. Wat is slaapapneu?
“Dat is een aandoening waarbij iemand tijdens het slapen veelvuldig eventjes stopt met ademen. De luchtweg wordt dan kort afgesloten. Soms wel tientallen keren per uur. Zo’n ademstop duurt minstens tien seconden. De stressreactie in de hersenen die daarop volgt – je moet doorademen! – zorgt ervoor dat je minder diep slaapt of zelfs even wakker wordt. Daardoor rust je niet goed uit.”
2. Hoe kan het dat je zomaar stopt met ademen?
“Voor een deel heeft dat te maken met de lichaamsbouw. Apneu ontstaat vaak bij mensen met een nauwer of slapper neus-keelgebied. Als zij tijdens het slapen helemaal ontspannen, zakt de luchtweg onbedoeld even dicht. Vaak speelt overgewicht een belangrijke rol; de helft van de mensen met slaapapneu is te zwaar. Je staat er misschien niet bij stil, maar overtollig vet kan zich ook rond de keel ophopen. De luchtweg vernauwt en verzwakt dan nog verder.”
3. Is er een relatie met snurken?
“Meestal wel, maar het hoeft niet. Als je tijdens je slaap ademt, gaat de lucht via je neus, keel en luchtpijp naar de longen. Zit er ergens tussen je neusgaten en stembanden een vernauwing, dan kan de lucht niet lekker naar de longen stromen. Ter hoogte van zo’n vernauwing gaat het zachte weefsel van de keel trillen; meestal is dat bij het zachte verhemelte en de huig . Zo ontstaan snurkgeluiden. Van alle snurkers heeft ruim 15 procent slaapapneu.”
4. Wat voor klachten hebben mensen met slaapapneu?
“Apneupatiënten zijn overdag dikwijls erg slaperig. Vaak verwarren ze dit met chronische oververmoeidheid. Verder klagen ze onder andere over ochtendhoofdpijn, concentratie- en geheugenproblemen en een ‘kort lontje’. Slaapapneu vergroot bovendien de kans op psychische klachten als depressiviteit en angststoornissen. Sterker nog: één op de drie patiënten met een depressie of burn-out heeft slaapapneu. Bij hun behandelaren is dat alleen lang niet altijd bekend. Al met al heeft de ziekte dus een grote invloed op de kwaliteit van leven.”
5. Komt het veel voor?
“Ja. Naar schatting 500.000 Nederlanders hebben slaapapneu, meer mannen dan vrouwen. Vrouwelijke hormonen hebben een beschermende werking: ze helpen de luchtweg op spanning houden. Vandaar ook dat vrouwen ná de menopauze vaker last krijgen van slaapapneu. De aandoening komt vooral bij 45-plussers voor. Van de half miljoen patiënten hebben er maar 200.000 de diagnose gekregen. Zij krijgen een behandeling. De rest weet niet dat ze slaapapneu hebben.”
6. Kan het gevaarlijk zijn?
“Door slaapapneu kun je níét in je slaap stikken, zoals mensen soms denken. Maar de aandoening vergroot bijvoorbeeld wél de kans op een verhoogde bloeddruk, een beroerte en hart- en vaatziekten. Omdat de adem stokt, staat het lichaam van apneupatiënten ’s nachts chronisch onder stress, met alle gevolgen van dien. Mensen met deze ziekte hebben ook een veel groter risico op een auto-ongeluk vanwege de slaperigheid en de concentratieproblemen. Ook bij het bedienen van machines kan dit gevaarlijk zijn. Kortom, slaapapneu is zeker niet onschuldig.”
7. Wat kun je doen als je denkt dat je het hebt?
“Ga naar de huisarts als je ’s nachts wel normale slaapuren maakt, maar je je overdag nooit uitgerust voelt en vaak slaperig bent. Aan de hand van een vragenlijst kan de huisarts bepalen of je tot de risicogroep voor slaapapneu behoort. Zo ja, dan word je doorverwezen naar een slaapkliniek of ziekenhuis, waar ze verder kunnen onderzoeken of je de ziekte daadwerkelijk hebt. Vaak zijn het trouwens de partners van patiënten die aan de bel trekken. Zij merken dat hun man of vrouw ’s nachts steeds even stopt met ademen.”
8. Hoe gaat dat onderzoek in zijn werk?
“Een laborant bevestigt elektroden op je hoofd en romp en verbindt die met een draagbaar kastje. Meestal ga je vervolgens naar huis om daar te gaan slapen; soms slaap je in het ziekenhuis. Gedurende de nacht meet het kastje allerlei waarden, waaronder je hersenactiviteit, oogbewegingen, hartslag, ademhaling en eventueel gesnurk. Al die gegevens tezamen geven meer duidelijkheid. Onder andere over de vraag of er inderdaad sprake is van slaapapneu. Verder kan de kno-arts onderzoeken of de neus en keel voldoende ‘open’ zijn.”
9. Is er een behandeling?
“Gelukkig wel. Bij mensen met overgewicht is het advies om te proberen af te vallen. Vaak heeft dat een groot effect. Bij een gewichtsverlies van 10 procent vermindert het aantal ademstops met een derde. In aanvulling daarop hebben we, afhankelijk van de aard en de ernst van de aandoening, verschillende behandelmogelijkheden. Is er sprake van een blokkade van de neus of keel – bijvoorbeeld door heel grote keelamandelen –, dan kunnen we dit probleem operatief oplossen. Bij 40 procent van de patiënten biedt een speciaal soort beugel uitkomst, een zogenaamd MRA-bitje. Dat houdt de onderkaak naar voren, waardoor de keel veel minder snel dichtvalt. Nog eens 40 procent kan worden behandeld met continue positieve luchtwegdruk (CPAP). Dat is een kunststof masker met een soort pomp die lucht in de neus en soms ook de mond blaast. Apneupatiënten slapen met zo’n masker op. Via een slang is het masker verbonden aan een apparaat ter grootte van een schoenendoos. Door de verhoogde luchtdruk in het systeem blijven hun luchtwegen open en hebben ze nauwelijks of geen ademstops meer. Deze behandeling is bij slaapapneu verreweg het meest effectief. Overigens is het nogal wat, de nacht doorbrengen met een soort pilotenmasker op. Patiënten én hun partners moeten daaraan wennen. Maar als ze eenmaal merken hoeveel beter ze zich voelen als ze goed slapen, willen de meeste apneupatiënten niet meer zonder.”
10. Wat kun je als patiënt zelf doen?
“Afvallen en op een gezond gewicht blijven. Geen of weinig alcohol drinken, want het verslappende effect van alcohol vergroot de kans op adempauzes. En geen of weinig slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen slikken; die maken je overdag nóg minder alert dan je al bent als gevolg van de apneu. Verder kan roken de klachten verergeren, omdat roken irritatie en zwelling in de luchtweg kan veroorzaken.”
11. Kan slaapapneu ook overgaan?
“Ja. Soms verdwijnt de slaapapneu als mensen met ernstig overgewicht veel afvallen. De aandoening verdwijnt soms ook als je een lichamelijke barrière wegneemt, zoals te grote keelamandelen. Maar in de meeste gevallen blijft slaapapneu levenslang bestaan.”
(bron: Gezondheidsnet/Van Santen)