Het nieuwe collecteren

Goede doelen zien meer donateurs gaan dan komen. Collectanten en straatwervers trekken er hard aan om de geldstromen op peil te houden. Maar is het geld wel goed besteed? En hoe weet je of een fondsenwerver te vertrouwen is?

Uit recent onderzoek blijkt dat mensen meer geven aan een collectebus waarbij ze ook kunnen pinnen of contactloos kunnen betalen. In een gewone collectebus zit gemiddel €65, maar in een ‘pinbus’ zit €141,50, zo blijkt uit onderzoek van de Stichting Collecteplan.

Goede doelen collecteren het hele jaar door, maar het drukst is het in september. In die maand gaan KWF Kankerbestrijding, Prinses Beatrix Spierfonds, Nierstichting Nederland en Fonds Verstandelijk Gehandicapten langs de deuren. Ook voor de rest van het jaar staat een groot aantal collectes ingepland, maximaal vier per maand.

Wilt op een andere manier een steentje bijdragen dan door geld te geven? Bijvoorbeeld als donateur? Lees dan dit artikel.https://www.youtube-nocookie.com/embed/LcCpQG5eex4

In het landelijke collecterooster op www.cbf.nl kan iedereen van week tot week zien voor welk goed doel je een duit in de collectebus kunt doen. Veel mensen geven een paar euro – al was het maar omdat een vrijwilliger de moeite neemt om aan te bellen – en denken er de rest van het jaar niet meer aan. Soms heeft een collectant ook een pinapparaat bij zich, handig voor mensen die geen contant geld in huis hebben of die graag aan de Belastingdienst willen bewijzen dat ze geld hebben overgemaakt. Bij een ‘echte’ collectant kun je met een gerust hart geven. Nep-collectanten gebruiken deze methode om bankpassen en pincodes te stelen, dus helaas is het oppassen geblazen met pinnen aan de deur. Collectes zijn eenmalige giften. Het goede doel heeft meer aan giften die maandelijks of jaarlijks terugkeren. Daarom vragen veel liefdadigheidsorganisaties om een machtiging. Dat doen ze per post of telefonisch, maar steeds vaker ook op straat en in winkelcentra, huis aan huis, op Schiphol en op festivals. Het zijn geen vrijwilligers die deze taak op zich nemen, maar goed getrainde jongeren door gespecialiseerde bureaus ingehuurd in opdracht van het goede doel.

Werver bonafide?

De wervers zijn er goed in om het gesprek op gang te brengen en te houden. Ze beginnen met een pakkende vraag en gaan op zoek naar de persoonlijke betrokkenheid van hun gesprekspartner bij het thema. Alles is erop gericht om de gever te informeren, maar zeker ook te overtuigen dat een gift aan een straatkinderenproject in land X of wetenschappelijk onderzoek voor ziekte Y een goede keuze is. Maar is dat ook zo?

Bij straatwerving is de eerste belangrijke vraag of je vertrouwen hebt in de persoon met wie je praat. De wervers zijn vaak erg enthousiast over het doel waarvoor ze werken. Maar gaan ze voorbij aan signalen dat je haast hebt of geen zin hebt in hun vlotte gebabbel, dan doen ze iets niet goed. Het beste is om dat duidelijk en eerlijk te zeggen en je plan voor de dag te vervolgen. Bij twijfel
aan de betrouwbaarheid van een werver kun je vragen om een legitimatie en een pasje van het betreffende goede doel.

Wat als je je bedenkt?

Stel je hebt je laten overtuigen door het wervende verhaal en een handtekening gezet of het formulier op de tablet ingevuld voor een maandelijkse afschrijving van €25, maar je wilt daar bij nader inzien toch vanaf. Wat dan? Geen nood. Neem contact op met het betreffende goede doel en leg uit dat je de machtiging wilt intrekken. Bonafide wervingsbureaus zijn aangesloten bij Direct Dialogue Donateurwervers Nederland (DDDN) en geven nieuwe donateurs meteen een schriftelijke bevestiging mee, waarop ook staat hoe de machtiging weer is in te trekken. Bovendien sturen ze een bevestigingsmail, bellen ze hun pas geworven donateurs op en sturen ze hun een brief om de gegevens te controleren. Ook op al die momenten kun je een machtiging intrekken. Zelfs als iemand pas maanden later bij het controleren van zijn bankafschriften beseft dat hij tegen zijn wil een machtiging heeft gegeven, kan dat in veel gevallen nog worden teruggedraaid. Ongeveer 80 procent van de donateurwervers op straat en 90 procent van de huis-aan-huiswervers werkt via een bureau dat is aangesloten bij de DDDN.

Klachten?

De DDDN verzorgt de trainingen voor de aangesloten bureaus, waarin de wervers onder andere leren dat ze niet moeten proberen om geld te krijgen van mensen die eigenlijk niet willen. Overtuigen is prima, overhalen uit den boze. Deze bureaus staan ook nooit met meer dan twee wervers plus eventueel een leerling op één plek, om het publiek ook een kans te geven weg te kijken en het team te ontwijken. De wervers mogen dan niet achter iemand aanlopen of naroepen.

Gaat er toch iets mis, dan kunnen consumenten een klacht indienen bij DDDN (via www.dddn.nl, klik op ‘Melding doen’). De meeste van de ingediende meldingen gaan over de vraag of een wervingsteam toestemming heeft om op die plek te staan en of ze daadwerkelijk van de genoemde organisatie zijn. Om deze twijfels te ondervangen is DDDN bezig een informatiesysteem op te zetten waarin zowel burgers als bedrijven kunnen zien waar welk team op een bepaalde dag staat. Dat moet ook gaan voorkomen dat twee teams op dezelfde dag voor dezelfde supermarkt staan. Een dergelijk systeem gaat naar verwachting dit jaar nog van start in samenwerking met het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF).

Hoe goed is dat doel?

Bewuste donateurs vertrouwen niet alleen op de informatie van een werver of collectant, maar gaan ook zelf na of ze een goed doel goed genoeg vinden. Dat is ook de enige manier, want ­overheidstoezicht op goede doelen is er niet. Een manier om te bepalen of een goed doel een gift waard is, is de erkenning van het CBF. Deze organisatie controleert van alle goede doelen die daarom vragen welk deel van het geld zij besteden aan de doelstellingen, welk deel is besteed aan werving en welk deel aan beheer en administratie. Het deel dat is besteed aan de doelstelling, wordt zo mogelijk ook uitgesplitst naar de verschillende werkgebieden. Zo heeft het Prinses Beatrix Spierfonds in 2015 89 procent van de baten besteed aan de doelstellingen, waarvan 52 procent aan preventie en voorlichting, 25 procent aan wetenschappelijk onderzoek en 23 procent aan belangenbehartiging.

De besteding van het toevertrouwde kapitaal is maar één aspect waarop het CBF de goede doelen beoordeelt. In totaal kijkt de ­erkenningsorganisatie naar zeven punten, waaronder de maatschappelijke waarde, het planmatig omgaan met middelen en het meten van de al of niet gerealiseerde doelen. Ook transparantie van de organisatie is een belangrijk aspect. Hoe groter het bedrag dat in de goededoelenorganisatie omgaat, des te strenger de beoordeling. Een erkend goed doel is te herkennen aan het logo ‘Erkend goed doel’. Wilt u weten of u een collectant kan vertrouwen? Lees hier meer.

Geeftips

Wacht niet tot een ­donateurwerver langskomt, maar kies zelf een goed doel uit. Geen idee waar te beginnen? Vind je favoriete goede doel via Geef.nlGeefwijzer.nl of Goede­doelentest.nl. Of kijk op ­
www.cbf.nl voor alle ­erkende goede doelen. Door een product te kopen van het goede doel houd je zelf iets tastbaars over aan je gift en kun je de bekendheid van het goede doel verder verspreiden (bijvoorbeeld bij wenskaarten en cadeautjes). Het nadeel is dat je de aankoop van een product in de meeste gevallen niet kunt terugdraaien. Geef bij twijfel geen ­machtiging op straat of aan de deur. Vraag eventueel om informatie die je mee naar huis kunt nemen en check thuis of het goede doel erkend is. Niet zoveel geld om te geven? Goede doelen zijn ook erg blij met vrijwilligers en soms ook met kleding of andere spullen, bijvoorbeeld om te verkopen.

De fiscus geeft mee

Geven aan een goed doel wordt extra aantrekkelijk als de Belastingdienst meebetaalt. De euro’s in de collectebus tellen hierbij niet mee, want je moet de gift schriftelijk kunnen aantonen. Bovendien moet het totale bedrag aan giften meer bedragen dan 1 procent van het drempelinkomen (het inkomen van drie boxen samen voor aftrek van persoonsgebonden aftrekposten) met een minimum van €60. Je kunt niet meer aftrekken dan 10 procent van het drempelinkomen. Alleen giften aan Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) komen voor aftrek in aanmerking en vaak ook giften aan een geregistreerde steunstichting van een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI), zoals een sportclub, harmonie of ouderenvereniging. Goede doelen met een CBF-erkenning hebben allemaal een ANBI-status.

Ook zonder de niet-aftrekbare drempel van 1 procent en het maximum van 10 procent kun je de Belastingdienst laten meebetalen. Hiervoor is het nodig ten minste vijf jaar lang ieder jaar een gelijk geldbedrag te schenken en dit in een notariële of onderhandse akte vast te leggen. Goede doelen helpen hier graag bij.

Aan de deur wordt niet gegeven

Wie geen collectes, fondsenwervers en bedelaars aan de deur wil, kan dit ­kenbaar maken met een sticker. Anders dan een Ja/Nee- of Nee/Nee-sticker voor huis aan huis verspreid (reclame)drukwerk, ­hebben de stickers om goede doelen te weren geen ­wettelijke grondslag. Aanbellen mag dus gewoon, sticker of geen sticker. Maar netjes is anders.

Goede doelen doen er alles aan om hun imago te beschermen, dus een sticker zal zeker helpen om het aantal ongewenste aanbellers terug te dringen. De sticker van www.nietaandedeur.nl is onder andere verkrijgbaar met de tekst: ‘Geen collectes, wij doneren op onze eigen wijze’. De sticker van www.belnietaan.nl beschermt alleen tegen ongewenste colportage. Op deze sticker staat namelijk: ‘NEE, géén colportage, goede doelen oké’. De stickers zijn te koop op internet en bij kantoorboekhandels.

Bron: PlusMagazine