Wist je dat er meer ziektekiemen in je wasbak zitten dan op je wc-bril? En dat een gemiddelde keukenspons net zoveel bacteriën bevat als onze ontlasting? Deze en nog veel meer verrassende feiten lees je in het boek ‘Het onzichtbare leven’ van microbioloog Markus Egert en wetenschapsredacteur Frank Thadeusz. Zeven vragen over bacteriën en hygiëne aan Markus Egert.
1. Waarom hoeven we niet bang te zijn voor bacteriën?
‘We moeten niet bang zijn voor bacteriën, maar we moeten ze ook niet beschouwen als ‘onze vrienden’. Bacteriën zijn namelijk niet goed en ook niet slecht. Wat ze voor ons zijn, hangt altijd af van de omstandigheden. Zo bevindt zich het overgrote deel van het zogenaamde menselijke microbioom in de dikke darm. Hier helpen bacteriën de spijsvertering van de mens, bestrijden ze ziekteverwekkers, produceren ze vitamines en stimuleren ze ons immuunsysteem. Gaat er alleen iets mis met de dikke darm, dan kunnen diezelfde bacteriën in je buikvliesholte of zelfs je bloed terechtkomen. Dit kan dan fataal aflopen.’
2. In uw boek schrijft u dat overmatige hygiëne ons ziek maakt. Hoe kan dat?
‘Door overmatig gebruik van reinigings- en desinfectiemiddelen kunnen bepaalde microben op ons lichaam en in onze omgeving ontbreken. Dit kan leiden tot een slecht functionerend immuunsysteem en het kan ziekten ontwikkelen, zoals allergieën en astma. Daarom is de uitdaging in het leven om zulke infecties te voorkomen – bijvoorbeeld door vaccinaties, slim gebruik van ontsmettingsmiddelen en voedsel- en keukenhygiëne – terwijl we tegelijkertijd juist zoveel mogelijk in contact moeten komen met niet-infectieuze microben. Dit kan door bijvoorbeeld contact met (landbouw)dieren en het doen van buitenactiviteiten.’
3. Een van de verrassende dingen die u in uw boek beschrijft, is dat het toilet de plaats is waar de minste bacteriën zijn.
‘Dat klopt. Toiletoppervlakken zijn koud, glad, arm aan voedingsstoffen en worden meestal regelmatig schoongemaakt met de meest agressieve chemicaliën die je in een huishouden kunt vinden. Veel mensen denken dat juist het tegengestelde waar is, omdat we zijn geboren met een natuurlijke afkeer van menselijke uitwerpselen. Dat is om ons te beschermen tegen infecties. In werkelijkheid bevat vrijwel elk aanrecht of koelkast thuis meer ziektekiemen dan een toilet, met onder andere darmbacteriën als E. coli. Test jezelf maar eens: als je wortels snijdt en één stuk in het toilet valt en een ander in de gootsteen. Welke zou je nog eten? Vanuit microbiologisch oogpunt zou het die van het toilet moeten zijn.’
4. Waar bevinden zich de meeste bacteriën?
‘In de meeste gevallen vormen mensen en dieren in huis de belangrijkste bronnen voor microben. Een mens bevat ongeveer 10 biljoen microben, grotendeels in de dikke darm. In gebruikte keukensponzen zitten bijna dezelfde hoeveelheden. Daarnaast zijn (rauw) dierlijk en plantaardig voedsel belangrijke bacteriebronnen. Rauw vlees bevat tientallen miljoenen ziektekiemen per gram. Daarentegen zijn smartphones of andere regelmatig aangeraakte oppervlakken vaak veel schoner. Op basis van onze studies bevat een moderne smartphone niet meer dan een paar honderd ziektekiemen.’
5. Hoe kan het dat bacteriën steeds resistenter worden tegen antibiotica? En welke rol hebben desinfecterende middelen hierin?
‘De belangrijkste reden is overmatig en verkeerd gebruik van antibiotica voor mens en veehouderij. Hierdoor worden bepaalde bacteriestammen geselecteerd die resistent zijn. Desinfecterende middelen voorkomen normaal gesproken deze selectie van antibioticaresistente bacteriën, doordat ze helpen de hoeveelheid antibiotica die worden gebruikt te verminderen. Dit doen ze door simpelweg het aantal infecties te verminderen. Maar dit geldt alleen voor klinische omgevingen en alleen als de desinfectiemiddelen correct worden gebruikt, wat betreft concentratie en blootstellingstijd.
Thuis is desinfectie niet nodig, tenzij iemand daadwerkelijk ziek is of een verzwakt immuunsysteem heeft (bijvoorbeeld bij hiv-infecties). De ontsmettingsmiddelen kosten veel geld, vervuilen het milieu en er zijn dus aanwijzingen dat ze bacteriën ook resistent maken tegen antibiotica, vooral wanneer je ze in lage concentraties gebruikt en niet lang genoeg.’
6. Wat kunnen we zelf doen om de groei van microben onder controle te houden zonder gebruik te maken van desinfecterende middelen?
‘Door gewoon gebruik te maken van elementen en producten die je vaak al in huis hebt: warmte, kou, zuur, base (tegenhanger van een zuur), zeep, zout, suiker, zonlicht, ventilatie en mechanische reiniging, zoals stofzuigen, poetsen en polijsten van oppervlakten.’
7. Waarom is het zo belangrijk om je handen te wassen?
‘Naar schatting wordt 80 procent van alle ziekten via menselijke handen overgedragen. Voor mensen zijn hun handen uiterst belangrijk, waardoor ziektekiemen zich gemakkelijk via de handen van de ene persoon naar de andere kunnen verspreiden. Daarom is goede handhygiëne een zeer eenvoudige en effectieve strategie om infecties te voorkomen, waaronder griep en COVID-19.’
Bron: Gezondheidsnet